Tintelingen door m’n lichaam,
Je ogen die lachen
Verwarmen
Dat doe je mij.
Alleen de gedachte,
Kwellend en toch zaligmakend.
Angst en genot
Strijden om voorrang.
Een storm van gevoel,
Veroorzaakt door jou alleen.
Een blik doet me smelten,
Maar er is ook schuld.
De vraag ontstaat,
Langzaam krijgt hij vorm.
Eerst onschuldig,
Dan brandend en eisend.
Wat zal het antwoord zijn,
Afkeuring van de maatschappij.
Maar om jou trotseer ik alles
Niets kan me deren.
Alleen jij,
In staat om me te breken.
Één woord is genoeg.
Om mij tot stof te doen vergaan.
Nee