Toen ik je in je ogen keek,
Je glinstering, je lach zag,
Toen wist ik het,
Ik zie de ziel van echte liefde.
Elke seconde een dag van geluk,
Een ring met bevestiging,
Deden ons beloven,
Te delen, zon en maan.
Het landschap wijd voor ons uit,
Als de horizon van onze toekomst,
Stad uit het verleden,
Als een terugblik op een prachtig leven.
Zo genieten wij echte liefde,
En leren wij haar kennen,
Schoonheid welke doet twijfelen,
Onwerkelijkheid gevangen in het heden.
Als ik je zoen,
De liefde met je bedrijf,
En ’s ochtends naast je wakker wordt,
Beroer je mijn ziel.
Doet me beseffen,
Dat het heel eenvoudig is,
Niet je glinstering, niet je lach,
Niet de ring om je vinger.
Geen twijfel nodig,
Om de onwerkelijkheid te bevatten,
De ziel van echte liefde,
Ligt opgesloten in het leven van alledag.
Het hoeft niet gezocht of gevonden te worden,
Daar het altijd heel open voor ons ligt,
Eenvoudig en duidelijk voor beiden,
Maar voor de wereld onbekend