vannacht reist de sterrenleider
met lippen getuit
dwars door walviswolken
kompas gericht op naakt geluid
klevend aan een klein klein pluisje
langzaam dalend nevelland naderend
tot bloesemlawine aanzwellend
naar toppen van bomen
fabelkracht schenkend aan uilen en duiven
tak na tak na tak beduizelend
met balsem van verre hand
donsvlag is een wapen zo sterk
de warme vleugel die zich spant