Mijn kloppend hart
ligt in de gietende regen
tussen rode herfstbladeren te sterven,
voorzichtig hou ik van jou
als je mijn bloedend hart
tegen je warme borsten wrijft
en je lange haren naar achter smijt,
de mensen kijken
en sluiten woest hun lelijke gordijnen.
Je neemt me mee naar je groot huis,
wast mijn kloppend hart onder de kraan,
snijdt mij in twee
en bakt mij in een pan op hoog vuur.
Bij kaarslicht
en een goed glas wijn
eet je gebraden hart met rozemarijn.
Enfin,uiteindelijk val ik in smaak na jaren strijd.