Ik zie je elke dag.
Je weet dat ik je niet graag mag.
Jij bent een begeleider op me werk.
Daar voel jij je sterk.
Je denkt je kan iedereen aan.
Dus laten we je ook maar in die waan.
Maar wij weten wel beter.
Hier zitten mensen die een handicap hebben.
maar daar word niet naar gekeken door hem.
Dus als je wat terug zegt zit je gelijk klem.
Er valt ook niet met hem over te praten.
Want hij heeft het gewoon niet in de gaten dat ie zo doet.
Jij denkt ik ben de baas dus ik zit goed.