HIER ZIT IK DAN WEER EENZAAM EN VERLATEN,
DIE EENZAAMHEID BEGIN IK NU ECHT TE HATEN.
IK HEB ZO EEN ANGST DAT DE EENZAAMHEID VOOR ALTIJD ZAL BLIJVEN,
IK WEET GEWOON NIET MEER WAT IK MOET DENKEN OF SCHRIJVEN.
WEG IN GEDACHTEN NAAR TOEN BIJ JOU,
IS HET NOU ZO ERG DAT IK VAN JOU HOU.
IK GEEF JE HEEL ME LEVEN EN GELUK,
WAAROM DOET HET NIET HELEN WAAROM GAAT HET TELKENS STUK.
IK KAN HET GEWOON NIET VERDRAGEN EEN LEVEN ZONDER JOU,
WANT MIJN ALLER LIEFSTE JIJ BENT DE GENE WAAR IK VAN HOU.
SAMEN MOETEN WE DOOR HET LEVEN MET Z'N TWEE,
SAMEN EN WE NEMEN ONS HONDJE MEE.
WE MOETEN GAAN NAAR MOOIE TIJDEN ,
EN ELKAAR LATEN LACHEN EN NIET MEER LIJDEN.
JE VRAAGT MIJ OM TE WACHTEN EN JE ZEGT ME TOT SNEL,
OOH.. ALSJEBLIEFT SCHAT ZORG DAT JE ME BEL.
BEL ME OP MET HET GOEDE NIEUWS DAT WE WEER SAMEN KUNNEN ZIJN,
PAS DAN JA DAN VOEL IK ME PAS WEER FIJN.
IK ZAL OP JE WACHTEN MET HEEL MIJN HART,
IK ZAL OP JE WACHTEN IN ALLE SMART.