Hij kijkt naar mij en zegt de woorden die ik zo vreesde. Ik lach en doe alsof ik zijn ironie en sarcastische bedoelingen niet begrijp. Het zal wel aan mij liggen. Moest ik niet zo vriendelijk en gul zijn zou het nooit gebeuren. En telkens weer, dag na dag herhaalt hetzelfde ritueel zich. Verdomd ik ben het beu. Wat doe ik toch verkeerd? Na lang denkwerk en een uitgebreide studie over mezelf en mijn vrienden besloot ik mij anders te gedragen. En één na één begon ik ze te verliezen. Niemand had ik nog over. Ik bleef achter in een groot zwart diep dal. Was het nu beter? Voelde ik me nu beter? In de steek gelaten door iedereen trok ik mij terug. Alleen, afgezonderd, totaal vervreemd van de maatschappij kwam ik een paar jaar geleden terug. Deze keer ging ik ik het anders aanpakken. Volledig mezelf zijn, me volledig laten openbloeien in de maatschappij. Na een paar maanden zat ik terug thuis. Mijn probleem? Geen vertrouwen meer in de andere mensen. En ik had gelijk, mensen denken alleen aan hun eigenbelang, de echt eerlijke mensen zijn moeilijk te vinden. De meeste mensen geven niet meer om de gevoelens en de verlangens van andere mensen maar proberen alleen hun eigen leventje zo luxevol mogelijk te maken. Totaal in de war en depressief van de serie’s met de toffe vrienden die altijd zo gelukkig waren en de luxe volle gezinnetjes waarin alles zo perfect is en prachtig, trok ik mij terug in mijn kamer. Met een vriend die mij nog nooit belogen of bedrogen had. Ik stak mijn enige, altijd ja knikkende vriend in mijn mond, en haalde zijn trekker over. Vaarwel wrede wereld, het ga jullie goed!