De krassen op mijn pols,
vol haat en verdriet
Vol verdriet en haat,
gezet met mijn volle verstand.
Rood en krijsend,
verborgen door een armband.
Vol verdriet en haat,
want daarmee begint het iedere keer.
Geef me een mes in mijn handen,
en ik doe het zo weer.
Vol verdriet en haat,
weer een mes uit de la gerukt.
Niet denkend aan de gevolgen,
dat het met een mes toch niet lukt.
Vol verdriet en haat,
toch maar weer het bloed gestelpt.
Weer een kras erbij,
zonder dat het ook maar iets verhelpt.
Wetend dat die kras er staat,
en welk gevoel het veroorzaakte.
Ik heb hem vol verdriet en haat gezet,
terwijl ik een kreet van afschuw naar mezelf slaakte.