's Avonds als ik doelloos rond rij op straat.
Iedereen slapen of televisie kijken gaat.
Dan wordt ik soms bedekt met dat sterk gevoel.
Waarbij ik futloos wegzak in die zachte stoel.
Op straat gaat alles flitsend aan me voorbij.
Gedachten naar voren en realiteit ver weg van mij.
Mijn hart wordt langzaam aan helemaal koud.
Verdriet en pijn omdat je niet meer van me houdt.
Op een verlaten weg bol ik dan even uit.
Waarna ik zacht mijn hoofd tegen het stuur aan stuit.
Waarom heb je me verlaten, waarom ben je weggegaan?
Nooit heeft een vraag zo sterk gegrift gestaan.
Ze is als bij donderslag in mijn hoofd gekomen.
Pijn gaat door me heen en tranen blijven stromen.
Jij die maandenlang kleur gaf in mijn leven.
Verloor de liefde die bij mij is gebleven.
Al wat je me hebt af- en bijgeleerd in die tijd.
Wordt nu verleden in plaats van werkelijkheid.
Drank en snelheid nemen me weer in hun macht.
Hoewel dat de pijn nog nooit heeft verzacht.