Jij zegt mij zachtjes fluister toe
ach ween toch niet om wat ik doe
rond bomen van mijn gouden woud
klatert lief rond ‘t groene hout
het water dat gevoelig stroomt
mijn wens die liefde droomt.
Jij zegt mij zachtjes wenen toe
de pijn die in je groeit en bloedt
en jou zo angstig slapen laat
scheurt het leven flarden weg
tot enkel kou die sterven gaat
nog rest in ’t leven nog heel even.
Jij zegt mij zachtjes huiver toe
begrijp mijn droefheid en mijn pijn
maar laat mij nu herinneren zijn.