hier staan we te verstijven in een park.
een kus voorkomt dat men mijn adem ziet,
mijn hand blijft steken in een teer gebaar.
ik wil haar loslaten,
maar kan het niet.
mijn vingers zijn de fijten in haar haar.
we zijn het Ter Kameren van een seconde.
koude geliefden,
die met het maartse monden
elkaar een kus geven als een citaat.