Bronzen klokken torens galmen
luid mijn ingetogen uitvaart uit
de mensen droef gelaten
schrijden voort in lange rijen
en volgen zo eerbiedig stil
wat er nog rest van mij
met houten sier omsloten.
De dragers sleuren
aan het koperen beslag
en trachten even triest
te lijken als zij die volgen
hun gedachten ingesloten
door een onbestemde spijt.
Omringd door deze drukte
stoet van veelzaamheid
gaat mijn kist nu weg
naar mijn allerlaatste
afscheid van deze wereld
die ik ooit heb liefgehad.