De kracht van water.
Trillingen gaan door het water.
Kringen makend van klein naar groot.
Zachtjes afzwakkend,
Door de weerstand die het water je bood.
Telkens weer raakte je het oppervlak.
In de hoop die kringen te laten leven.
Maar hoe hard je ook probeerde.
Het water bleef je weerstand geven.
Toch bleef je langdurig over dat water zweven.
Zo sierlijk, krachtig maar tevens kwetsbaar.
De weerstand bleek uiteindelijk toch te groot.
Het water bleek onverslaanbaar.