Als de storm is geluwd,
en het vuur gedooft is,
dan pas komt het besef,
dat er niets erger is,
dan de woorden die niet gesproken zijn,
de woorden die niet mochten zijn,
het afscheid dat niet genomen is.
Het afscheid dat ook nooit meer zal genomen worden,
als het ooit komt,
zal het in stilte zijn,
niet met gratie,
niet met stijl,
alleen pijn,
een glimp van verdriet,
en leegte zullen het gat dichtten,
dat niet meer te dichten valt,
alleen nog maar in onze gedachten.
Het heeft geen zin,
om er de zin,
nog van in te zien,
geen woord nog op mijn lippen,
dat het jouwe waardig is,
zal mijn hart,
ooit nog weten te beroeren,
zal mijn woorden nog vinden,
zal mijn gedachten nog vullen,
met illussies.
Als een bangerik,
verborg je je,
en als een onherroepelijke koele schoft,
liet je mij daar staan,
alleen,
geen afscheid,
alleen maar de stilte,
om mij heen,
die mij meer vertelde,
over jou,
meer over hoe jij bent.
Het heeft geen zin,
om er zinnen aan te verspillen,
is het dit,
wat je wou,
mij kwetsen?
Het is je goed gelukt,
glunder maar,
om je blunder,
een muur is gebouwd,
vertrouwen is geschonden,
en morgen,
zie jij mij niet meer weer.