Ik zit hier op mijn kamer,
rondkijkend naar wat is.
Een vis zwemmend in het water,
een muis in zijn radje te lopen.
Een hond onder mijn bureau,
een poes op mijn bed.
Ze zijn allemaal blij,
ze zijn allemaal gelukkig.
Zij hoeven zich geen zorgen te maken.
Als zij doet gaan,
wenen zij niet voor mij.
Maar ik wel voor hun.
Ik hou van hun,
waarschijnlijk weten ze dat.
Maar wat ze niet weten,
is dat ze alles voor me betekenen.
Als zij dood gaan
sterft er een stukje van mij.
Dan sterft er een deel leven van me.
Mijn dierbare geliefde is dan weg.
Maakt niet uit hoe ze sterven.
Een ziekte, een spuitje, weggelopen,
doodgereden of half verminkt.
Mijn herrineringen zullen er zijn.
Net als mijn liefde die ik hun gaf,
en nog steeds geef.
Maar ik voel hun liefde niet meer,
ik voel hun aanwezigheid niet meer.
(Voor mijn geliefde dieren die al gestorven zijn en voor mijn geliefde dieren die nog moeten sterven. Hopelijk duurt dat nog lang. -xxx-)