Vroeger was ik altijd vrolijk,
ik wist te lachen, ik wist mensen terug te lachen.
Nu breng ik ze aan t huilen,
nu breng ik mezelf aan t huilen.
Ik weet niet meer wat lachen is.
Ik kan geen mensen meer opbeuren,
het enige wat ik kan doen is luisteren.
En medeleven tonen.
En dat terwijl ik niet naar mezelf luister.
Ik ken mijn probleem maar half,
ik wil mezelf niet horen.
Ik wil niet naar mezelf luisteren.
Ik kan mezelf niet eens medelijden tonen!
Ik geef mensen wel raad,
alleen maar omdat ik hun leven goed wil maken.
Dat terwijl mijn leven in brokken valt.
Hun leven word weer beter,
maar hun verslecht.
Mijn energie is bijna op.
Het word tijd dat ik mijn probleem helemaal ken...