Ik had een moeder zo goed en trouw,
zij was die gene waar ik het meest van houw
nooit onaardig en altijd bereid,
juist haar wilde ik nooit kwijt
nooit dacht ik aan het uur des dood,
dat zo zwaar zou wegen en de pijn zo groot.
waarom moest zij mij nu verlaten,
och heer, kon ik je toch maar haten.
maar heer, vergeef me wat ik zeg,
eens loop ik op de zelfde weg.
bij haar zal ik weder komen,
en kunnen we gelukkig verder dromen.
23 maart 1984 sonja