In zwermen zweef ik, schreeuwlelijk
na schreeuwlelijk ontstijgend over
in dichte mist gehulde, peilloze afgronden.
Noem het aantal veren voor veilig,
warm 's nachts. Hoeveel vleugels heeft รน nodig?
De deken trekt op, ver maanlicht toont
spookachtig steile bergen
en ondoordringbare, duistere naaldwouden.
Overal verstandig overheen. Hoger nog, als vanzelf
tot aan uw wollige witte kantelen,
kleinde schietgaten waar rook uitdwarrelt.
Waar rook is, spelen vurige hartstochten
partituren vol valse marsmuziek. Weg hier!
Wie durft zijn luchtkastelen op te lossen,
ze de ruggen toe te keren? Vreemde vogels zoals ik
waarschuwen alleen voor we weer weg dromen.