Zij zijn, als een droom
tussen de werkelijkheid.
Als vage schimmen drijven
ze zacht uiteen, tussen
duister en licht,
en elk van hen,
heeft een gezicht.
De hemel kreunt,
de aarde
siddert en dreunt
onder mijn voetstappen.
Stille tranen,
vermengen
zich samen,
in een lachend
gezicht,
en het kunstmatig
licht!
Droom en werkelijkheid,
alles verdwijnt,
onder de zoenende adem,
der onsterverlijkheid.
~bolleke~