Vandaag, ik dacht dat ik zou sterven. Alleen.
Mijn tranen rollen over mijn wangen.
Mijn ogen worden rood, mijn neus drupt.
Ik neem een zakdoek en snut even.
Voor mij staat de tijd even stil.
Ik kan mijn verdriet even laten gaan.
Mijn hart terug legen,
want hij was vervult van verdriet.
Tranen. Wie heeft ze graag?
Ik. Ik heb ze nodig.
Anders sterf ik echt,
verdronken in mijn eigen tranen.
Mooie krantenkop!
Maar nee, ik leeg mijn hart.
Zodat het weer gevuld kan worden,
om nog eens de tranen laten rollen.
Tranen, ik heb ze nodig.
Wie niet?
Een traan is zoetzuur, de mijn niet.
Mijn is zuur, verzuurd door het leven.
Het verdriet die ik krijg.
Mijn tranen rollen over mijn wangen,
rollen over mijn lippen.
Het doet me denken aan wat ik verlang.
Nog meer tranen komen,
een hele zee loopt over.
Ik kan niet meer stoppen.
Dus loop ik over.
Duizende zakdoekjes volgesnut.
Het is nu gedaan,
mijn hart is geleegd.
Nu kan ik weer verder leven.