Ik ben bang
in het donker
of thuis, alleen,
als het onweer losbarst
en schaduwen als spoken
rondsluipen en schreeuwen
alsof iemand me wil doen geloven
dat angst nog
maar het begin is
van een lange reis
doorheen een harde realiteit
van een kleine kogel
die zonder moeite
je hersenen aan flarden rijt
en zich doorheen je hoofd
boort
zodat je zwijgend neervalt
op de bebloede stenen
in een enge steeg
waar angst niet meer bestaat,
want al wie er ooit bang is geweest
is nu niets meer
dan een angstaanjagende herinnering
aan de wetten van de straat.