Jij zegt dat je nog altijd van me houdt,
ik geloof je niet.
Eens ik het geluk weergevonden heb,
jaag jij het weer weg.
Keer op keer,
steeds weer.
Ik mag niet toegeven aan jouw bekentenis.
Neen, ik mag het niet !
Zal ik me weer laten misleiden
door jouw laten en doen ?
Ga toch weg, verdwijn !
Waarom doe jij me dit aan ?
Zal ik weer zo stom zijn ?
Ik hoop van niet !