Ik wil voor altijd met je samen zijn, want bij jou voel ik me altijd fijn. Samen met jou op een onbewoond eiland, lopen door de branding, hand in hand. Samen kijken naar de zonsondergang. Je houdt mijn hand vast, maar toch ben ik bang. Want ik voel een soort gemis, en dan besef ik dat dit maar een droom is. Een droom die nooit uit zal komen, maar een droom die me nooit zal worden ontnomen.