Vroom en gedwee met een frisse smoel,
gaat kleine David altijd naar de sjoel,
met keppeltje op vertrekt hij van thuis,
op weg naar zijn gebedshuis.
Moeder had hem gevraagd, vader op te halen,
maar kleine David vindt dit balen,
altijd stomdronken in de kroeg,
voor hem is het nu wel genoeg.
Dapper stapt David in het cafe,
"vader, het is tijd, gaat U mee",
alvorens met diep respect,
had hij zijn keppeltje afgezet!
"Zo sjofele sjalot, bij je vriend "God" geweest,
is al je ellende vergeven of ben je bevreesd?"
"Ach, Simon, laat die kleine Samaritaan",
David ziet een reus van een man voor hem staan...
"Jongen, een raadsel, tien euro is niet mis,
je krijgt het, als je mij zegt, "waar je God is"?
David haalt 1 euro uit zijn zak, en zegt met ergernis;
"Die is voor U, als U mij verteld waar "Hij" niet is!