Het is op een dag zomaar binnen gekropen
iedereen om me heen gaat immers dood
ik voel mij daar als paars onkruid bij
afbraak gaat aan mij sluipend voorbij
Er schuilt een zekere onrechtvaardigheid
in maar blijven leven als een helend kruid
soms een vaag bekend gezicht herkent
van weer een beroemde vrouw of vent
Erger nog een nazaat van jezelf treft
in wie je de eigen trekken herkent
en van die onbekende vrouw, die nog steeds
spookt en jouw verste grenzen verkent