Vandaag was ik in sprookjes land ver over zee
ik waande me hemels want alles zat me er mee
de dieren waren er vrolijk en heel lief
wat moesten ze toch met zo´n gemene dief?
ik snoepte stiekem mee van het overdadige geluk
en geen dier bracht mij van stuk
vreemd genoeg werd ik er gehuldigd
in plaats van diefstal beschuldigd
langzaam ontwaakte ik uit mijn droom
want een jager karnde er de room
een boer maakte een heel mooi lied
en de bard verbrandde het riet
de pyromaan kraaide hoog van de toren
en een haan was in een gebit de gaatjes aan het boren
ik had me verbrand bij het planten van een roos
mijn handen zijn leeg, niets was er loos