Mijn hoofd zit vol,
Gedachten vliegen rond,
Ze bonken luid,
Ze willen er uit.
Ze kunnen niet weg,
Ze zitten vast,
Vergeten kan niet,
Ze zitten vol verdriet.
Ze zijn met veel,
Maar toch eenzaam,
Ze kunnen niet gaan,
En blijven voorlopig bestaan.
Onbelangrijk voelen ze zich,
Waarom zijn ze op aarde,
Niemand gaat met ze om,
Ze vragen zelf of iemand komt.
Nooit worden ze gevraagd,
Geen aandacht van wie ze willen,
Ze willen gaan,
Maar iets laat hun hier staan.