er staat een heester bij de oever
waar de drenkeling
in lakens gewikkeld is
schel klinkt de stem
van de vrouw
die het avondeten op tafel zet
het is geen tijd om te slapen
de bedstede te ontdoen
van het dagelijkse stof
de pantoffels
te plaatsen
naast de lege doos
er is uitzicht
op de straat
de tuin en haar boom
waarachter de oeverloze
vlaktes zijn