Je hebt me opgezadeld met een serieus probleem. Wanneer ik op het papier 'ik houd van jou' teken, dan komt de twijfel aanzetten over elk van de woorden, de kleur en het lettertype. Ik kan het niet met me eens worden over hoe ik het zeggen kan, waar uitspreken al helemaal geen optie is. Het moment dat ik het in jouw oor wilde fluisteren, drukte je jouw lippen op de mijne. Maar wanneer ik opschrijf dat ik je haat, dan twijfel ik over de kleur en vorm van het papier, over de manier waarop de woorden geschreven staan. Hoeveel dieper gaat deze twijfel worden, hoeveel verder ga ik mezelf laten verdrinken? Zou ik dit keer wel de sprong durven wagen? Na alle stappen vooruit ben ik bang dat ik geen grond meer onder mijn voeten heb inmiddels, dat ik zweef tussen klif en kloof. Maar dat is ook precies waar ik wil zijn. Want op het moment dat ik in mag zien of dit alles of niets is, wil ik ook dat het echt alles of niets is.
En tot die tijd gaat het schrijven zwaar, zwaarder. Maar onmogelijk is het niet. Onmogelijk ben ik niet.