Het heldere blauwe water vonkelt in het zonlicht.
In de verte horen ik een doffe klap, ik tuur in de richting van het geluid.
Wit, zwarte vlekken schieten door het water heen, ik kon niet goed zien wat het was.
Ik luister naar de piep en klik geluiden, achter me hoor ik een harde suis.
Ik kijk, en een gordijn van kleine regendruppeltjes valt op mijn neer.
En weer wit, zwarte vlekken die door het water heen schieten, ik wist nog steeds niet wat het was.
Ik trekte mijn duikpak aan, sprong in het water, maar ik zag niets.
Maar dan, iets onder me heeft mij in de gaten, ik kijk ver in de diepte en een schim komt op me af.
Snel klim ik in de boot, een machtig groot lichaam springt uit het water en komt met een klap neer.
Nu wist ik het, een groep orca's zwemde om mijn boot heen, nu was ik niet meer bang.
Ik sprong terug in het water, een vrouwtjes orca komt op me af, ik wist niet wat ze ging doen, ze duwde me omhoog, hoog uit het water.
Het was Naomi, als klein kind had ik haar al bestudeerd.
We werden vrienden en speelden vaak met elkaar, ze had twee broertjes waar ik ook vaak mee speelde.
Omdat mijn vader en moeder dit te gevaarlijk vonden gingen we verhuizen, ik had Naomi al 15 jaar niet gezien.
Ze was groot en sterk geworden, haar rugvin was mooi recht, ze was een machtig beest geworden.
Toen viel mij iets op, een kalf dat achter haar zat en haar tekens volgde, ze was moeder geworden.
De band tussen mij en Naomi was sterker dan ooit.
Haar familie was mij familie, deze vriendschap tussen mens en dier zullen andere nooit kunnen begrijpen, want je moet het zelf mee maken.