kleine jongen
_Reikhalzend en turend alleen,_
wachtend
op een stampende trein,
starend
en diep gedompeld in gedachten,
dromend
over de nog onbekende reis
kleine jongen
in je witte jas,
als de tocht van jouw leven
in je zwarte broek,
niet voor jou komt
blijf je staan
kleurloos en alleen
groen gras overwoekert
het spoor van je blik
maakt alles tot ruïne
blijf maar kleurloos
kleine jongen
met je onbegrijpelijke blik
verbaast luistert
kleine jongen
als luide spreker plots zegt;
wees blij, de trein heb je gemist
beetje bij beetje
stralen blosjes op beide wangen
kleurloos was die tijd,
blijft als grote man
dit altijd in gedachten,
kleine jongen
zwart-wit met gele ster
in bewegingloze machteloosheid
groen gras overwoekert
de roestige wissels
omzetten is zwaar werk
blijf maar kleurloos
kleine jongen
met je onbegrijpelijke blik_
Jaap van Dis, 2 maart 2011
‘ik dicht weer, dus ik leef!’