Sneeuwkristal
Dat smelt, op de voegen van het steen
Sijpelt put na put
Tot een geheel
Waar kristal verdwijnt,
En vloeibaar glas verschijnt
Als kneedbare was
In een oneindige plas
Van vocht wat verdwijnt in de lucht
De stille winterkou bevriest
En verrijst als sneeuwkristal
Om wederom naar beneden te dalen
Als tedere koude vlokken
In een witte wereld
Šjade