Heilig.
De tempel te Jeruzalem
verandert voor zijn ogen
Jesaja ziet Gods Heiligheid
ten dele , uit de Hoge……
….alleen de zomen van Zijn kleed
vulden de ganse tempel
Serafs omringden hem
drukten op hem hun stempel.
Hun lied, het driemaal Heilig, klonk
deed dorpelposten beven
en rook vervulde heel het Huis.
Onreinheid kleurt zijn leven.
Eén seraf haalde met een tang
een vuurkool van het altaar
reinigde daarmee Jesaja’s mond
verzoende hem in dat gebaar.
Wie zal Ik zenden klonk Gods stem
Jesaja in de Geest gevangen
zei Heer hier ben ik, zend mij maar
in een intens gegroeid verlangen.
Toen klonk het Woord: Ga tot dit volk
Hoor wat Ik zeg….zonder begrijpen
ziet om u heen – doch merk niet op
uw hart zal niet meer rijpen.
Hoe lang , o Heer, was toen mijn vraag?
Totdat steden verwoest verdwijnen
Tot dat het Land verlaten is….
dan zal nieuw zaad verschijnen.
Die Heiligheid, zo weids en groot
is weggeëbd tot liefdes vader
weg uit ’t begrip van Heilig zijn
brachten wij God zo nader.
Onaantastbaar echter is Gods Heiligheid
daar valt niets aan af te dingen …..
wij denken zelf verhoogd te zijn
misvattingen die zo velen omringen.
th