Jij schreef mij, gebruikte je wilskracht als pen.
Drukte de punt in mijn blanco leven.
Lijnen werden woorden,
liefde werd houden van.
En toen de woorden zinnen vormden,
vormden wij ons.
Toen jij de punt zagen naderen,
maakte jij er snel een vraagteken van.
Enkel om het lot te tarten.
Maar jouw woorden zijn al niet meer te lezen en helemaal niet uit te spreken,
want ze gaan niet langer over mij.
Ik heb nu namelijk een eigen wil.