Kort was je verblijf bij ons.
Even geborgen in de moederschoot
om dan te verdwijnen wie weet waarheen?
Nu ben jij daar een kind zonder naam,
verzwegen je bestaan.
Soms droom ik wel eens,
stel me voor dat je een echt kind
ben mijn broertje of zusje.
Wat zou ik je graag een naam geven,
en het mijn moeder vertellen.
Wat zou ik graag even bij je zijn,
en samen met je mijn leven te delen.
Maar voor de wereld besta je niet,
ook al doet het mij verdriet.
En soms zoals nu stel ik me voor
dat ik even in de hemel ben
daar waar je opgroeide.
Daar waar engelen op je passen,
daar waar men je kent.
Wat zou je naam zijn?
Vertel het me toch,
zodat ik je kan koesteren.
En we samen dat taboe kunnen
doorbreken dat jou bestaan
in nevelen hult.