LAAT MIJ HEENGAAN
goed dan, laat mij
voor wat je wil dat ik ben
laat mij heengaan
in een stil sterven
tot ik niets en niemand
meer denken doe
laat mij heengaan
en wegzakken in het slib
van het kussen dat we
deelden in al die plotse nu’s
die de klok enkel en alleen
voor ons uitbraakte
laat mij heengaan
ik wil een ster zijn
aan de hemel van
geijkte zinsverbijstering
ik wil dood
en leven samen
kneden tot smurrie
en het “mijn heimelijk brein”
noemen, en daarmee
aan jouw beven denken
tot de teller stopt.