Mijn hoofd met al zijn gedachten, filosofiën, dat af en toe een loopje met me neemt.
Laat mijn lichaam soms schaamteloos in druipende onschuld achter.
De woorden die dan voorvloeien zijn een samenhang van poëtische disbalans.
Is dat dan het moment van grootse inspiratie, dit moment van scheiden?
Zijn de woorden die ik dan spreek, de sleutel tot mijn waarheid.