De Aarde
De zon dooft aan de horizon in mijn zee
En neemt daarbij de warmte uit me mee
Maar het leven op mij komt niet tot rust
De golvende zee beukt op mijn kust.
Diep dringt het water landwaarts binnen
De duinen bezwijken, om te beginnen
Het water dringt zich almaar voort
Verslindt daarbij elk dorp elk oord.
Het daglicht legt de verschrikkingen bloot
Van de Zeeuwse ramp door de watersnood
Rampen staan op ’s mens netvlies gebrand
Ze bevechten me dagelijks hand in hand.
Maar alle technologieën ten spijt
Raken mens en dier de angst niet meer kwijt
Ik rommel, ik spuug, ik geef en ik beef
Ontwikkel me verder zolang in leef.
En ergens dooft de zon in mijn zee
Neemt ze de warmte uit mij mee
Dan komt het leven op mij niet tot rust
En beuken de golven op mijn kust.
Indy Toma