Mijn hart lijkt soms te verscheuren van verdriet
Als of de wolk met regen giet.
Te verscheuren van de pijn,
maar dat zal wel zo moeten zijn.
Ik ken geen leven zonder pijn en verdriet,
maar zo horen doet het niet.
Ik weet dat het anders kan,
dat het anders moet.
Maar nooit in mijn leven voel ik mij eens goed.
Anderen zijn gelukkig en blij,
voelde ik mij ook maar zo vrij.
Zo vrij als een vogel,
niet telkens te hoeven vangen naar die kogel.
Een kogel die mij diep van binnen raakt,
die steeds op nieuw mijn hartje kraakt.
De kogel die mij telkens zo hard raakt,
En mij van binnen kapot maakt.
Ik wil weg van al die problemen en pijn.
Waarom kan ik nou niet gelukkig zijn?
Waarom moet ik leven in dat zwarte gat.
Die mij langzaam op at.
Mensen zien niet hoe slecht het met mij gaat,
Het is mijn masker die op mijn gezicht de glimlach maakt.
Je weet zelf niet hoe lang ze deze last kunt dragen,
Maar nog steeds wil je niet om hulp vragen.
Omdat je denkt, ik kan dit wel alleen?
Omdat je denkt ik ben zo hard als steen?
Niks kan mij verslaan,
Ik kan dit echt wel aan.
Dat zal ik altijd blijven zeggen hoe slecht het ook gaat