Langs de kustlijn waar dromen varen
waar de wind je ziel streelt
het zand je omarmt en je hart vervult met warmte
en kijkend naar de zee, naar de golven staren
Ik werp een glimlach naar de zonsondergang
en toon mijn tranen aan de golven
een liefde gebroken en ontbonden
en twijfelend of ik naar het vergeten verlang
Ik fluister haar naam
en bij het waaien van een bries
antwoord zij mij
hoor ik haar stem
Weerspiegeld in het laatste licht
kijken wij elkaar aan
met één laatste kus nog eens dromen
voor ik haar moet laten gaan
Met het verdwijnen van de zon
hef ik mijn hoofd en laat haar gaan
een laatste groet, “het gaat je goed”
en nog eenmaal een glimlachende traan
Waar zij in een zeebries fluistert
en ik dan mijn rug keer naar het moment
heb ik nog eenmaal naar haar geluisterd
en de liefde zachtjes gedoofd
weglopend...
maar nog steeds aarzelend
met gebogen hoofd