Het licht gaat uit,
Mijn ogen gaan dicht,
In een waas,
Zie ik voor het laatst,
Jou gezicht.
Het word zwart,
Alles is donker,
Is dit het nou?
Noemen ze dit het wonder?
Is dit nou de hemel zo bijzonder?
Het lijkt net of ik slaap,
Een slaap waaruit ik moeilijk ontwaak,
Ik wil wakker worden,
Laat me gaan!
Ik wil leven,
Ik heb nog zoveel niet gedaan!
Ik hoor stemmen,
Heel zacht,
Het lijkt of ze dichterbij komen,
Ik herken de stem,
Jij bent het,
Het lijkt alsof je tegen me praat,
Je zegt lieve woordjes,
En vraag of ik je niet verlaat,
"Word snel wakker lieve schat,
Laat me niet alleen."
Laat me wakker worden!
Ik vind het zo gemeen.
Ik wil naar je toe,
Maar hoe?
Ik hoor vage piepjes,
En zie vaagjes wat licht.
Wat is dit?
Leef ik nog?
Zie ik jou gezicht?
Ik open mijn ogen,
Ja eindelijk ik zie je!
Ik krijg tranen in mijn ogen,
En vraag me af waarom ik hier lig,
Je wrijft over mijn wang,
En kijkt me recht in mijn ogen,
Is dit echt waar leef ik nog?
Of is dit allemaal bedrogen?
"Je bent wakker lieverd, ik ben zo blij je te zien"
Ik probeer wat te zeggen,
Maar er komt geen geluid,
Je legt een vinger op mijn lippen,
"Zeg maar niks schatje, het is goed, Ga nog maar wat slapen."
Ik schud heftig mijn hoofd,
en tranen stromen over mijn wangen,
Nee! ik wil niet slapen,
Ik wil je niet weer kwijt raken!
Maar ik hou het niet,
En langzaam vallen mijn ogen dicht,
Ik val weer in een diepe slaap,
Een slaap waar ik weer uit ontwaak.