ijzige voetstappen in de diepwitte afgronden
de zachte smaak van de liefde was gevonden
tranen glinsterden over je steenkoude wangen
ik wil bij je zijn, wetend dat ze naar me verlangen
de tijd tikt krijsend, blijft maar zelden staan
de afstand verwijdert jou mijlenver hier vandaan
het voelt alsof ik je nooit echt had kunnen kennen
steeds weer, meer blijf ik die gedachte ontkennen
zachtjes voel ik je handen strelend door mijn haar
ik tast mijn herinneringen af, waarom nu en niet daar
je blikken staren diep door mijn wortels, mijn ziel
even voelt het alsof deze handeling me ooit beviel
metershoge buizen, de herfst tegen mijn gezicht
de talloze brieven, dragend als een pijnlijk gewicht
ik weet dat ik leef, maar het voelt alsof ik verga
ooit zal een dag komen dat ik hier niet meer sta
mijn ogen tasten de duistere sterrenhemel af
niet wetend waarom dit gebeurt, een levenslange straf
ik wou je alleen maar vergeven, een laatste kans geven
nu blijf ik de sporen uitwissen, gruwelijk dit leven
nachten spoken door de nacht, wetend dat je wacht
blijf maar hopen, dat de pijn ooit iets verzacht.