het is elf uur 's avonds
rusteloos als ik ben
sla ik de deur van mijn kot achter me dicht
wandel richting Rubens
maak een diepe buiging voor deze heer
veel respect voor zijn kunst van weleer
in ruil daarvoor schenkt hij me zijn knipoog
uit een lang vervlogen tijd
ja, ik zie zelfs wat vocht
doch verder ga ik op mijn tocht
ik passeer voorbij het putteke van Quinten-Matsijs
en neem even een duik
in dit bodemloze gat
terwijl de Kathedraal me
achter mijn rug uitlacht
'straks' zeg ik
'straks neem ik even tijd voor je glorie
maar nu ga ik richting Schelde'
slenterend vervolg ik mijn weg
de brug over
en sluit mijn ogen
om al mijn zintuigen open te stellen voor
de zoute geur van dit bekende water
het geluid van deze machtige stroom
het voelen van een geschiedenis
die reikt tot het verleden en meer
tot ik al deinend kom tot aan het Steen
en spring op de kade
sla dit gebouw met grote bewondering gade
Antigoon en Brabo
Lange Wapper en de zatlappen
Jan zonder Vrees
gaan allen langs me heen
'rustig' zeggen ze
'het heden is niet veel anders dan het verleden
leef je leven
meer hebben wij ook niet gedaan'
dit geknoopt in mijn oren ga ik terug op pad
werp een snelle blik op de Grote Markt
wapper even met de Belgische vlag
spring van trapgevel naar trapgevel
om dan uiteindelijk te eindigen
op één van de torentjes van de Kathedraal
met al zijn pracht en praal
'heb ik je nu eer aan gedaan?'
vraag ik
'jazeker,nu ben ik voldaan,
dans jezelf naar de maan'
dus slinger ik naar het hoogste punt
tot waar ik uiteindelijk de hemel bijna raken kan
'KBC toren' zeg ik dan
'je mag dan wel hoger zijn
maar de Kathedraal representeert
de echte Antwerpse trots'
luidkeels roep ik vanbinnen
ANTWERPEN IK ZEN DOL OP A