...
In haar hoofd herhaalde zich
- in een parfum van
nietsvermoedende wijntjes
en tussen door ' wazige sluiers
van vergeten momenten
die als wapperende relikwieen
haar pasontdekte
ongebondenheid ontrafelden -
een dof gedreun, een aldurende pijn
die haar eerder als
'n aaneengesloten sleep van pesterijen
toescheen
dan als het kloppende hart
van het verloren fatsoen
Ze snoof de stijf geworden wolken
van haar adem op, die
met de eigenzinnigheid van vliegen
rond haar kreukelig hoofd waren gebleven
zo haar maag belegerde
dat zij in een alles verwoestende veldslag
zichzelf verloren zag
en het toilet
als 'n witte vlag van overgave
hees aan de masten
van haar mistig geworden bolwerk
Daar, in haar ogen, zonk
de beminnelijke onschuld
weg in een moeras van verraad
de wond latend
van een verdwaalde blik
in het midden van de pubertijd
en al was het maar even
- ze huilde -
en ze kroop diep' weg' terug
onder het dikke lakenpak
van de vergetelheid
om nooit meer wakker te worden
F.