Zonnen vervagen achter ochtendmist,
Ontbladerde bomen lachen stil,
De stilte vloog net langs
en schold me vol leugens.
Even verdwenen uit de wereld
rondspokend in de gedachten,
Rustwekkende paranoia
op een diepgevroren appel,
Onder deze steen ligt een karkas,
een feestmaal der ontleding,
Koud bloed en goedgezind,
Genietend van een pint!