Op haar knietjes op de grond
zit ze tussen houten blokken in
de opdracht is een toren bouwen
en ze is nog maar bij het begin
Maar vol goede moed
zet ze blok voor blok op elkaar
bouwend aan een hoge toren
Zo onschuldig en zich niet bewust van gevaar
Met haar lippen stijf op elkaar
en haar handen proberen niet te laten trillen
blijft ze blok na blok zetten
zo hoog als ze maar zou willen.
Grote ogen vol van schrik en verdriet
wanneer haar toren omgegooid word.
Dat waar zij zo lang aan werkte,
is in een klap ingestort
Maar tranen worden weggeveegd,
ze begint opnieuw aan haar toren
want ze is een doorzetter
en het maakt haar nog niet uit dat ze net heeft verloren
Maar nu kan ik niet meer
het leven breekt me op
Ik hoop steeds op verandering
maar hoelang wacht ik daar al wel niet op?
Telkens als ik m'n leven een beetje loopt
dondert het weer in elkaar
Ik weet niet hoe ik dit leven moet leven
ik kan het niet blijkbaar
En als ik in tranen uitbarst,
het niet meer weet en op de grond zak
herinner ik me al de keren dat dat gebeurde
en vind ik mezelf weer zo zwak
Maar dit keer lijkt de uitweg echt ver weg
en als anderen me willen helpen en zeggen,
dat ik er de vorige keer ook uit gekomen ben
lach ik alleen omdat ik het toch niet uit kan leggen
Elke tegenval word zwaarder
want elke tegenval word bij het rijtje opgeteld
Het einde word met een overwinning van een tegenslag
gewoon een stukje uitgesteld
En inmiddels in ze in een hoekje gaan zitten
grote ogen vol met tranen helemaal bang
bang voor iedereen die haar toren om kan gooien
want ze werkt er zo hard aan en al zo lang
Vederop ziet ze mensen samen bouwen
en anderen hebben stevigere blokken
maar zij moet het met gladde kapotte blokken doen
en niemand is bij haar betrokken
Het zweet loopt van haar rug
zo hard doet ze haar best
Ze wil zo graag die toren
het mag niet worden verpest!
Maar als haar toren voor de zoveelste keer
zonder pardon weer kapot word geschopt
geeft ze snikkend het bouwen op
ze kan niet meer, dit is waar het stopt