Ik zie ons lopen
aan het strand,
twee paar voetstappen,
hand in hand,
naast ons bruist
de rood gekleurde zee,
slaan kolkende golven
door de branding heen,
een meeuw vliegt krijsend
de verdrinkende zon tegemoet,
stilte heerst als mijn oog
de jouwe zoekt,
we blijven lopen stap na stap
naast ons vergaat de dag in nacht
de zon verdrinkt in de gekleurde zee
neemt al de warmte met zich mee
achter ons wissen de golven
onze stappen uit, we kijken om,
stil, wachtend, totdat de dag
weer uit de kille kille nacht herrijst