Ik ben de zee
Ik ben de fluisterende golven
in de stilte of ’t gedruis
het stranden op het warme zand
verdringt mijn stem en wordt bedolven.
Ik ben de rimpelende wind
die golven op de spiegel blaast
mijn vloed verstoort het zand
dat nooit of nimmer ruste vindt.
Ik ben de zee, met eb en vloed
een biotoop van leven
vergeef me het vergaan
van menig visser met schip en goed.