Buitenstebinnen.
tussen de zachte randjes van mijn ziel wil ik je houden
om je te laten voelen hoe ik ook kan zijn, als ik wil
of misschien wel wie ik puur en alleen ben
meer kan ik niet worden, hoezeer ik ook wens
te zijn dan wie jij nu voor je hebt, blind
want zonder de topjes van je vingers, voel je niet
en zie je nimmer de ware aard van stilte
dit strijdgewoel, zo tussen de regels door
kan je ware oorlog noemen, eerlijk zo zij aan zij
want wie ben ik om tegen mezelf te zeggen
dat ik ongelijk heb, als ik het zo voel, maar dan nog
in deze bunker die ik rondom mijzelf gelegd heb
open ik de deur naar je, kom binnen aanschouw
en leg dan samen met mij die vervloekte muren neer.