Het licht
langzaam dooft het uit.
Het licht.
Wordt weer voor duisternis verruild.
De engel in mij.
Gebroken en gevallen.
De demon in mij.
Herrijst en blijft aan vallen.
Vechten tegen de krankzinnigheid.
Nooit zal ik me overgeven.
Vechten tegen de onvermijdelijkheid.
De engel in me moet overleven.
De demon zal ik blijven bevechten.
Niet weten hoe dit eindigen zal.
Een van ons zal deze strijd beslechten.
Niet weten wanneer ik te pletter val.
Een schreeuw om hulp doorklieft de nacht.
Kan het niet meer zelf aan..
Ik schreeuw met al me kracht.
Oh laat er alsjeblieft een god bestaan.
Een god of godin die me hulp komt bieden.
Die de strijdt met me aan gaat.
Ik zal die god eeuwig aan bidden.
Zolang ze me niet meer verlaat.
Hoop is het wat me kracht geeft.
Om me nog op het strijd toneel te begeven.
Hoop is het gene waardoor ik de pijn vergeet.
Als ik het nu verlies zal de engel niet meer overleven.
Ik ben aan het einde van me kracht.
Er is niet veel meer van me over.
Wanneer komt een einde aan deze nacht.
Ik blijf in een overwinning geloven.